histats.com

Rotterdam Voor De Oorlog


Rotterdam Voor De Oorlog

Lieve vriend,

Weet je, soms voel ik het zo sterk, dat onzichtbare lint dat ons aan het verleden bindt. Een dunne draad, flinterdun bijna, maar o zo stevig geweven door de tijd heen. Laat me je meenemen, een beetje terug, naar een Rotterdam dat ademde, leefde, bruiste, net als wij nu. Een Rotterdam voor de oorlog.

Voel je het al? Die energie, die hoop die in de lucht hing? Sluit even je ogen, als je wilt. Adem diep in. Probeer je voor te stellen, de geur van vers brood, vermengd met de zilte lucht van de haven. Het geluid van scheepshoorns, de echo van voetstappen op de klinkers, het geroezemoes van stemmen in alle mogelijke talen.

Het was een stad in beweging, een stad in opbouw. Altijd al geweest, eigenlijk. Rotterdam was nooit klaar, nooit af. Het was een organisme dat zich voortdurend aanpaste, veranderde, evolueerde. Een stad van handel, van innovatie, van durf. Een stad waar alles kon, of zo leek het althans.

Loop met me mee door de straten. We dwalen langs de Coolsingel, breed en statig, het kloppend hart van de stad. Kijk om je heen, naar de prachtige gebouwen, de warenhuizen, de cafés, de bioscopen. Ze staan daar, trots en onverzettelijk, als stille getuigen van een tijd die voorbij is. Voel de drukte, de levendigheid, de opwinding die er heerste.

Zie de mensen, de Rotterdammers, van alle rangen en standen. Ze haasten zich naar hun werk, ontmoeten elkaar voor een kop koffie, doen boodschappen op de markt. Ze lachen, ze praten, ze maken plannen. Ze leven hun leven, met alles wat daarbij hoort.

Kijk naar de kinderen die op straat spelen, onbekommerd en vrolijk. Ze rennen, ze gillen, ze fantaseren. Ze bouwen kastelen van zand, ze vliegen met denkbeeldige vliegtuigen, ze dromen van een toekomst die voor hen open ligt. Ze zijn de toekomst, de belofte van een betere wereld.

En dan de haven, de ziel van Rotterdam. Een wirwar van schepen, kranen, pakhuizen en spoorlijnen. Een komen en gaan van goederen van over de hele wereld. De haven was de levensader van de stad, de motor van de economie, de bron van de welvaart.

Voel de kracht, de dynamiek, de vitaliteit die er van uitging. De haven was meer dan alleen een plek van handel en transport. Het was een plek van avontuur, van spanning, van romantiek. Een plek waar dromen werden geboren en waar ambities werden waargemaakt.

De haven was een smeltkroes van culturen, een ontmoetingsplaats van mensen van alle continenten. Ze kwamen er om te werken, om te handelen, om te wonen. Ze brachten hun eigen tradities, hun eigen gewoonten, hun eigen verhalen mee. Zo ontstond er een unieke sfeer, een kosmopolitische ambiance die Rotterdam zo bijzonder maakte.

Soms denk ik dat we vergeten zijn hoe mooi het was. Dat we de herinnering hebben laten vervagen, onder het stof van de tijd. Dat we te veel focussen op wat er verloren is gegaan, in plaats van op wat er was.

Maar het is er nog, lieve vriend. Het zit in de stenen, in de straten, in de lucht. Het zit in de verhalen die we vertellen, in de liedjes die we zingen, in de foto's die we bekijken. Het zit in ons, diep van binnen.

De kunst van het herinneren

Misschien is het wel een kwestie van leren kijken, van leren luisteren, van leren voelen. Om de signalen op te vangen, de trillingen te voelen, de echo's te horen. Om de ziel van de stad te herkennen, de geest van de plek.

En misschien is het ook wel een kwestie van loslaten, van accepteren, van vergeven. Van de pijn en het verdriet, van de woede en de frustratie. Om de wonden te helen, de littekens te koesteren, de lessen te leren.

Want het verleden is niet iets wat voorbij is, iets wat achter ons ligt. Het is een deel van ons, een deel van wie we zijn. Het heeft ons gevormd, het heeft ons beïnvloed, het heeft ons gemaakt tot wat we nu zijn.

We kunnen het verleden niet veranderen, we kunnen het niet ongedaan maken. Maar we kunnen er wel van leren, we kunnen er wel door groeien. We kunnen het gebruiken als een bron van inspiratie, als een kompas voor de toekomst.

En we kunnen het doorgeven, aan de volgende generatie. Zodat zij ook weten, zodat zij ook voelen, zodat zij ook begrijpen. Zodat zij de herinnering levend houden, zodat zij de draad niet laten breken.

Het is een verantwoordelijkheid, een taak, een opdracht. Een eerbetoon aan degenen die voor ons waren, aan degenen die hebben gevochten, aan degenen die hebben geleden. Een belofte aan degenen die na ons komen, aan degenen die zullen leven, aan degenen die zullen dromen.

Loop nog even met me mee, door de straten van toen. We gaan naar het Hofplein, een bruisende ontmoetingsplaats, het epicentrum van het Rotterdamse leven. Kijk naar de fontein, de fontein van Coolhaas, die daar al eeuwen staat te sproeien. Een symbool van de veerkracht, van de volharding, van de vitaliteit van de stad.

De haven als spiegel van de ziel

De haven, mijn lieve vriend, was meer dan alleen een economisch centrum. Het was ook een spiegel van de ziel van Rotterdam. Een plek waar de dromen van de stad samenkwamen, waar de ambities werden gesmeed, waar de grenzen werden verlegd.

En dan de mensen, de Rotterdammers. Stoer en nuchter, direct en eerlijk, hardwerkend en gastvrij. Ze stonden bekend om hun no-nonsense mentaliteit, hun praktische instelling, hun vermogen om de mouwen op te stropen en de handen uit de mouwen te steken.

Ze waren trots op hun stad, trots op hun haven, trots op hun identiteit. Ze voelden zich verbonden met elkaar, verbonden met de plek, verbonden met het verleden. Ze waren Rotterdammers, in hart en nieren.

En ze waren niet bang, niet bang voor de toekomst, niet bang voor de uitdagingen, niet bang voor de veranderingen. Ze keken vooruit, met open vizier, met optimisme en vertrouwen. Ze geloofden in de kracht van de samenwerking, in de waarde van de innovatie, in de noodzaak van de vooruitgang.

Zo was Rotterdam, voor de oorlog. Een stad vol leven, vol energie, vol hoop. Een stad die klaar was voor de toekomst, een stad die droomde van een betere wereld.

Het is belangrijk om dit te onthouden, mijn lieve vriend. Om te onthouden wie we waren, wat we hadden, wat we konden. Om te onthouden dat er een tijd was, een tijd van voorspoed, een tijd van geluk, een tijd van vrede.

En om te onthouden dat die tijd niet voorbij is, dat die tijd nog steeds in ons zit. Dat we de kracht hebben om die tijd te herbeleven, om die tijd te herstellen, om die tijd te overtreffen.

Laten we die draad oppakken, mijn lieve vriend. Laten we die flinterdunne draad, die ons aan het verleden bindt, weer stevig vasthouden. Laten we de herinnering levend houden, de dromen koesteren, de hoop voeden.

Want Rotterdam, voor de oorlog, is niet alleen een herinnering, het is ook een inspiratie. Een inspiratie om te bouwen, om te creëren, om te leven. Om te zijn, om te worden, om te groeien.

Om een betere wereld te maken, voor onszelf, voor elkaar, voor de toekomst. Een wereld van vrede, van vrijheid, van rechtvaardigheid. Een wereld waar iedereen welkom is, waar iedereen telt, waar iedereen kan dromen.

Dat is de erfenis van Rotterdam, voor de oorlog. Een erfenis die we moeten koesteren, die we moeten bewaren, die we moeten doorgeven. Een erfenis van hoop, van moed, van liefde.

Dus laat ons nu even stil zijn, mijn lieve vriend. Laat ons de ogen sluiten, de adem diep in. Laat ons voelen, laat ons herinneren, laat ons dromen. Laat ons Rotterdam, voor de oorlog, weer tot leven wekken. In onszelf, in elkaar, in de wereld.

Centrum van Rotterdam voor de oorlog. Midden op het plein (en best wel - Rotterdam Voor De Oorlog
www.pinterest.com
De Korte Hoogstraat voor de oorlog | Rotterdam, Geschiedenis, Nederland - Rotterdam Voor De Oorlog
nl.pinterest.com

Bekijk ook deze gerelateerde berichten: