Vasten In De Bijbel

Vasten is een praktijk die diep geworteld is in de Bijbelse traditie en door de eeuwen heen door gelovigen is beoefend als een manier om dichter tot God te naderen, zich te bekeren van zonden en Zijn leiding te zoeken. In zowel het Oude als het Nieuwe Testament vinden we voorbeelden van personen en gemeenschappen die vastten in tijden van nood, verdriet, bezinning en geestelijke vernieuwing.
Het Oude Testament toont ons verschillende vormen van vasten, vaak verbonden met rouw en boetedoening. In situaties van nationale rampen of persoonlijke beproevingen wendden de Israëlieten zich tot God in gebed en vasten, in een poging Zijn barmhartigheid en vergeving te verkrijgen. Het vasten was een uiterlijk teken van hun innerlijke berouw en hun verlangen om zich tot God te keren.
Een opmerkelijk voorbeeld is te vinden in het boek Joël, waar het volk wordt opgeroepen om te vasten en te rouwen als reactie op een verwoestende sprinkhanenplaag. Joël roept de priesters en het volk op om samen te komen in de tempel en te bidden om Gods genade: "Heilig een vasten, roep een plechtige samenkomst bijeen, verzamel de oudsten en alle inwoners van het land in het huis van de HEERE, uw God, en roep tot de HEERE" (Joël 2:15-16).
Een ander prominent voorbeeld is het vasten van koning David. Na de dood van zijn pasgeboren zoon, verwekt door zijn overspel met Bathseba, vastte David intensief en bad hij tot God om het leven van het kind te sparen. Hoewel zijn gebeden niet werden verhoord, toont dit verhaal de oprechtheid en de diepte van Davids geloof en zijn bereidheid om zich in nederigheid tot God te wenden.
Esther, een Joodse vrouw die koningin van Perzië werd, riep haar volk op tot een driedaags vasten zonder eten of drinken toen ze hoorde van het complot om alle Joden in het koninkrijk uit te roeien. Haar vasten en gebed baanden de weg voor haar moedige optreden bij de koning, wat uiteindelijk leidde tot de redding van haar volk. Deze gebeurtenis wordt nog steeds herdacht tijdens het Joodse feest van Poerim.
Het boek Jona vertelt het verhaal van de profeet die door God naar Ninevé werd gestuurd om de inwoners te waarschuwen voor hun goddeloosheid. Tot Jona's verbazing bekeerden de Ninevieten zich en geloofden in God. Ze riepen een vasten uit, van de grootste tot de kleinste, en bekleedden zich met zak en as. God zag hun berouw en spaarde de stad. Dit verhaal benadrukt dat vasten en berouw, gecombineerd met een oprecht hart, God kunnen bewegen tot vergeving en genade.
Naast deze voorbeelden van collectief vasten, zijn er ook individuen in het Oude Testament die vastten als onderdeel van hun persoonlijke relatie met God. Mozes vastte veertig dagen en nachten op de berg Sinaï toen hij de Tien Geboden ontving (Exodus 34:28). Daniël vastte en bad in rouw over de zonden van zijn volk en om Gods gunst te zoeken (Daniël 9:3). Deze voorbeelden laten zien dat vasten een manier kan zijn om zich af te zonderen van de wereld en zich volledig op God te richten.
Het Nieuwe Testament en de Praktijk van Vasten
In het Nieuwe Testament zet Jezus Christus zelf het voorbeeld van vasten. Voordat Hij aan Zijn openbare bediening begon, trok Hij zich veertig dagen terug in de woestijn, waar Hij vastte en door de duivel werd verzocht (Mattheüs 4:2). Dit illustreert dat vasten een krachtig wapen kan zijn in de geestelijke strijd en een manier om zich voor te bereiden op belangrijke taken en beslissingen.
Jezus gaf Zijn discipelen ook instructies over vasten, waarbij Hij benadrukte dat het een oprechte en nederige daad moet zijn, niet een vertoon voor de mensen. In Mattheüs 6:16-18 zegt Jezus: "Wanneer u vast, zet dan geen somber gezicht, zoals de huichelaars doen, want zij vervormen hun gezicht zodat de mensen zien dat zij vasten. Voorwaar, Ik zeg u: zij hebben hun loon al ontvangen. Maar u, wanneer u vast, zalf uw hoofd en was uw gezicht, zodat het niet aan de mensen opvalt dat u vast, maar aan uw Vader, die in het verborgene is; en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal u belonen."
Deze woorden benadrukken dat de motivatie achter het vasten van belang is. Het mag niet gericht zijn op het verkrijgen van de goedkeuring van anderen, maar op het zoeken van Gods gunst en het verdiepen van de relatie met Hem.
Na de hemelvaart van Jezus vastten de eerste christenen regelmatig als onderdeel van hun gebedsleven en hun toewijding aan God. In Handelingen 13:2 staat geschreven: "Terwijl zij de Heere dienden en vastten, zei de Heilige Geest: Zonder Mij Barnabas en Saulus af voor het werk waartoe Ik hen geroepen heb." Dit vers toont aan dat vasten een rol speelde in het onderscheiden van Gods wil en het zenden van zendelingen.
Ook Paulus sprak over vasten als een manier om zich meer volledig aan God te wijden. In 1 Korintiërs 7:5 schrijft hij: "Onttrek u niet aan elkaar, tenzij met wederzijds goedvinden voor een bepaalde tijd, om u aan het gebed te wijden; en kom dan weer samen, opdat de satan u niet verzoekt door uw onthouding." Hoewel Paulus hier spreekt over onthouding van seksuele intimiteit binnen het huwelijk, impliceert hij dat vasten een middel kan zijn om zich intensiever op het gebed te richten.
De brieven van Paulus bevatten geen expliciete geboden over vasten, maar ze suggereren wel dat het een gebruikelijke praktijk was in de vroege kerk. Het vasten werd vaak gecombineerd met gebed en bezinning, en het werd gezien als een manier om zich te verootmoedigen voor God en Zijn leiding te zoeken.
Het Nieuwe Testament laat zien dat vasten niet alleen een daad van onthouding is, maar ook een geestelijke discipline die kan leiden tot grotere intimiteit met God, scherper geestelijk inzicht en meer effectieve gebeden.
Het is belangrijk op te merken dat het vasten, zoals het in de Bijbel wordt beschreven, nooit als een doel op zich wordt gezien. Het is een middel tot een doel, namelijk het verdiepen van de relatie met God en het zoeken van Zijn wil. Het is een uiterlijk teken van een innerlijke houding van nederigheid, berouw en afhankelijkheid van God. Het is een manier om te erkennen dat we Hem nodig hebben in ons leven en dat we bereid zijn onszelf te verloochenen om Hem te dienen.
In de Bijbel zien we verschillende vormen van vasten. Sommigen vasten door zich te onthouden van alle voedsel en drank, terwijl anderen zich beperken tot bepaalde soorten voedsel. Het belangrijkste is dat het vasten een persoonlijke keuze is die in overeenstemming moet zijn met iemands gezondheid en mogelijkheden.
Het vasten is ook niet bedoeld als een manier om God te manipuleren of Hem te dwingen om te doen wat wij willen. Het is eerder een manier om ons hart voor Hem te openen en Hem toe te staan ons te vormen en te leiden.
Het vasten kan een krachtig hulpmiddel zijn voor geestelijke groei en vernieuwing. Wanneer we ons onthouden van eten en andere geneugten, creëren we ruimte in ons leven om ons meer op God te richten. We kunnen de tijd die we normaal gesproken aan eten besteden gebruiken om te bidden, de Bijbel te lezen en te mediteren over Gods Woord.
Het vasten kan ons ook helpen om ons meer bewust te worden van onze zwakheden en onze afhankelijkheid van God. Wanneer we honger en dorst ervaren, worden we eraan herinnerd dat we niet op onszelf kunnen vertrouwen om in onze behoeften te voorzien. We moeten op God vertrouwen om ons te onderhouden en te leiden.
Bovendien kan het vasten ons hart verzachten en ons meer gevoelig maken voor de noden van anderen. Wanneer we onszelf onthouden van luxe en comfort, worden we eraan herinnerd dat er mensen zijn die veel minder hebben dan wij. Dit kan ons ertoe aanzetten om anderen te helpen en te delen in wat we hebben.
Het is van belang om te onthouden dat de Bijbel leert dat het hart van het vasten de sleutel is tot de effectiviteit ervan. Het vasten zonder een berouwvol hart en een oprechte wens om dichter tot God te naderen, is zinloos. God kijkt niet naar de uiterlijke vertoning, maar naar de innerlijke houding van het hart.
Het vasten in de Bijbel is dus een veelzijdige en krachtige praktijk die door gelovigen door de eeuwen heen is beoefend als een manier om dichter tot God te naderen, zich te bekeren van zonden en Zijn leiding te zoeken. Of het nu in tijden van nood, verdriet, bezinning of geestelijke vernieuwing is, het vasten kan een manier zijn om ons hart voor God te openen en Hem toe te staan ons te vormen en te leiden. Het is een daad van nederigheid, berouw en afhankelijkheid van God, die ons kan helpen om geestelijk te groeien en dichter tot Hem te naderen. Het vereist oprechtheid en een focus op God, niet op de aandacht van anderen. Met de juiste motivatie en een nederig hart kan vasten een transformerende ervaring zijn die ons leven en onze relatie met God verrijkt.

