histats.com

Artikel 199 Wetboek Van Strafrecht


Artikel 199 Wetboek Van Strafrecht

Artikel 199 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) is een bepaling die zich richt op het bewerkstelligen van ontsnapping van een gevangene of gearresteerde. Het is een belangrijk artikel omdat het beoogt de integriteit van het rechtssysteem te beschermen door te voorkomen dat personen die in hechtenis zitten, ontsnappen en zich aan de strafrechtelijke vervolging onttrekken. Deze bepaling kent een aantal nuances en vereisten die in dit artikel nader worden onderzocht.

De Kern van Artikel 199 Sr

Artikel 199 Sr stelt strafbaar:

"Hij die opzettelijk iemand bevrijdt uit de macht van de justitie of uit wettige gevangenhouding, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie."

De kernwoorden hier zijn: opzettelijk, bevrijdt, macht van de justitie, wettige gevangenhouding. Elk van deze elementen verdient een aparte bespreking om de reikwijdte van het artikel volledig te begrijpen.

Opzettelijk Handelen

Het opzetvereiste is cruciaal. Dit betekent dat de dader bewust en gewild de gevangene of gearresteerde moet bevrijden. Er moet sprake zijn van willens en wetens handelen. Onbedoelde hulp bij een ontsnapping valt niet onder dit artikel. Stel bijvoorbeeld dat iemand per ongeluk een deur open laat staan waardoor een gevangene kan ontsnappen; dan is er geen sprake van een strafbaar feit in de zin van artikel 199 Sr, tenzij er bewijs is van een vooropgezet plan.

De bewijslast voor het opzet ligt bij het Openbaar Ministerie. Zij moeten aantonen dat de dader daadwerkelijk de intentie had om de persoon te bevrijden. Dit kan bijvoorbeeld door middel van verklaringen van getuigen, camerabeelden, of communicatie tussen de dader en de bevrijde persoon.

Bevrijden

Het woord "bevrijden" impliceert een actieve handeling. Er moet sprake zijn van een handeling die direct bijdraagt aan de ontsnapping. Dit kan variëren van het openbreken van een celdeur tot het verschaffen van een vluchtauto. Passieve hulp, zoals het verstrekken van informatie over de beveiliging, kan onder omstandigheden als medeplichtigheid worden aangemerkt, maar valt niet rechtstreeks onder de term "bevrijden".

Het is belangrijk te onderscheiden tussen het bevrijden zelf en het faciliteren van de ontsnapping. Het direct bevrijden, zoals het openbreken van een celdeur, valt direct onder artikel 199 Sr. Faciliterende handelingen kunnen onder andere strafbepalingen vallen, zoals medeplichtigheid of begunstiging.

Macht van de Justitie of Wettige Gevangenhouding

De bevrijde persoon moet zich bevinden in de "macht van de justitie" of in "wettige gevangenhouding". Dit betekent dat de persoon rechtmatig moet zijn gearresteerd of vastgehouden op basis van een wettelijke grondslag. Denk hierbij aan een voorlopige hechtenis, een gevangenisstraf, of een arrestatie door de politie. Als de detentie onrechtmatig is, bijvoorbeeld door een onrechtmatige arrestatie, dan is artikel 199 Sr niet van toepassing. Het bevrijden van iemand die onterecht vastzit, kan juridisch anders beoordeeld worden, mogelijk zelfs als een vorm van noodweer of noodtoestand.

Het begrip "macht van de justitie" is breed en omvat alle situaties waarin iemand onder het gezag van de strafrechtelijke autoriteiten valt. Dit kan variëren van de periode direct na de arrestatie tot de periode dat iemand een gevangenisstraf uitzit. Het is essentieel dat de detentie gebaseerd is op een geldige wettelijke basis. Als de detentie onrechtmatig is, kan het bevrijden van de persoon niet onder artikel 199 Sr vallen.

Relevante Jurisprudentie en Voorbeelden

Er zijn diverse voorbeelden van zaken waarin artikel 199 Sr een rol heeft gespeeld:

  • Een zaak waarin een familielid een gevangene hielp ontsnappen door een touwladder over de gevangenismuur te gooien. Hier was sprake van opzettelijk handelen en het daadwerkelijk bevrijden uit wettige gevangenhouding.
  • Een ander voorbeeld is een geval waarin bewakers van een transportbus werden omgekocht om een gevangene te laten ontsnappen. Ook hier was sprake van opzet en een directe handeling die leidde tot de bevrijding.
  • Een zaak waarin iemand informatie verschafte over de beveiligingssystemen van een gevangenis. Dit werd beoordeeld als medeplichtigheid aan de ontsnapping, omdat de informatie bijdroeg aan de mogelijkheid van de ontsnapping, maar niet direct de bevrijding zelf bewerkstelligde.

In de jurisprudentie wordt benadrukt dat het opzet moet worden bewezen en dat de handeling direct moet bijdragen aan de bevrijding. Het louter faciliteren van een ontsnapping is niet voldoende voor een veroordeling op grond van artikel 199 Sr, tenzij er sprake is van medeplichtigheid of een andere strafbare vorm van betrokkenheid.

De Strafmaat en Verzwarende Omstandigheden

Artikel 199 Sr voorziet in een maximale gevangenisstraf van vier jaar of een geldboete van de vierde categorie. De hoogte van de straf is afhankelijk van de ernst van de bevrijding en de omstandigheden waaronder deze heeft plaatsgevonden.

Er zijn situaties waarin de straf hoger kan uitvallen. Verzwarende omstandigheden kunnen bijvoorbeeld zijn:

  • Het gebruik van geweld of bedreiging bij de bevrijding.
  • Het veroorzaken van schade aan personen of goederen.
  • De betrokkenheid van meerdere personen bij de bevrijding (georganiseerde misdaad).
  • Het bevrijden van een persoon die verdacht wordt van een ernstig misdrijf (bijvoorbeeld moord of terrorisme).

In deze gevallen kan de rechter een hogere straf opleggen dan de in artikel 199 Sr genoemde maximumstraf. Het is essentieel dat de rechter bij de strafoplegging alle relevante omstandigheden van het geval in overweging neemt.

Verhouding tot Andere Strafbepalingen

Artikel 199 Sr staat niet op zichzelf. Het kan samenhangen met andere strafbepalingen, zoals:

  • Medeplichtigheid (artikel 48 Sr): Iemand die niet direct de bevrijding bewerkstelligt, maar wel een essentiële bijdrage levert aan de ontsnapping, kan worden vervolgd als medeplichtige.
  • Begunstiging (artikel 189-191 Sr): Het helpen van een voortvluchtige na de ontsnapping kan worden aangemerkt als begunstiging.
  • Deelneming aan een criminele organisatie (artikel 140 Sr): Als de bevrijding plaatsvindt in het kader van een georganiseerde criminele organisatie, kunnen de betrokkenen ook worden vervolgd voor deelneming aan een criminele organisatie.

De interactie tussen deze bepalingen maakt de juridische beoordeling van ontsnappingszaken complex. Het Openbaar Ministerie moet zorgvuldig afwegen welke strafbepalingen van toepassing zijn en welke bewijsmiddelen beschikbaar zijn om tot een veroordeling te komen.

De Maatschappelijke Impact en Preventie

Het bevrijden van een gevangene of gearresteerde heeft een aanzienlijke maatschappelijke impact. Het ondergraaft het vertrouwen in het rechtssysteem en kan leiden tot gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Bovendien kan het de voortgang van strafrechtelijke onderzoeken belemmeren en de slachtoffers van misdrijven verder benadelen.

Preventie is daarom van groot belang. Dit omvat onder meer:

  • Strengere beveiligingsmaatregelen in gevangenissen en tijdens transporten van gevangenen.
  • Grondige screening van personeel dat in contact komt met gevangenen.
  • Effectieve samenwerking tussen politie, justitie en gevangeniswezen.
  • Voorlichting aan de bevolking over de gevolgen van het bevrijden van gevangenen.

Een integrale aanpak is essentieel om het risico op ontsnappingen te minimaliseren en de integriteit van het rechtssysteem te waarborgen.

Conclusie

Artikel 199 Sr is een belangrijke bepaling die beoogt de integriteit van het strafrecht te beschermen. Het stelt strafbaar het opzettelijk bevrijden van iemand uit de macht van de justitie of wettige gevangenhouding. Het opzetvereiste en de eis dat de handeling direct moet bijdragen aan de bevrijding, zijn cruciale elementen bij de beoordeling van een strafbaar feit op grond van dit artikel.

Om de maatschappelijke impact van ontsnappingen te beperken, is het essentieel dat er adequate beveiligingsmaatregelen worden getroffen en dat er effectief wordt samengewerkt tussen de verschillende betrokken instanties. Bovendien is het van belang dat de bevolking zich bewust is van de gevolgen van het bevrijden van gevangenen en dat dit actief wordt ontmoedigd.

De toepassing van artikel 199 Sr vereist een zorgvuldige afweging van alle relevante feiten en omstandigheden. Het Openbaar Ministerie moet in staat zijn om het opzet te bewijzen en de rechter moet bij de strafoplegging rekening houden met de ernst van de bevrijding en de eventuele aanwezigheid van verzwarende omstandigheden. Alleen op die manier kan artikel 199 Sr effectief bijdragen aan de bescherming van het rechtssysteem en de veiligheid van de samenleving.

Wetboek van strafrecht voor Nederlandsch-Indië (Staatsblad van N.I. no - Artikel 199 Wetboek Van Strafrecht
uvaerfgoed.nl
Over Recidive Volgens Het Nederlandsch Wetboek Van Strafrecht (1884 - Artikel 199 Wetboek Van Strafrecht
www.walmart.com

Bekijk ook deze gerelateerde berichten: