histats.com

Expliciete Directe Instructie 2.0 Pdf


Expliciete Directe Instructie 2.0 Pdf

Expliciete Directe Instructie (EDI) is al decennialang een bewezen effectieve methode voor lesgeven. Het is een systematische aanpak die de nadruk legt op duidelijke en gestructureerde instructie, actieve participatie van leerlingen, en gerichte oefening. De term "EDI 2.0" verwijst naar een verdere evolutie van deze methode, die de kernprincipes behoudt maar zich aanpast aan de moderne context van het onderwijs. Deze context omvat onder andere de toenemende diversiteit in de klas, de focus op 21e-eeuwse vaardigheden, en de beschikbaarheid van nieuwe technologieën.

De Kernprincipes van EDI 2.0

EDI 2.0 bouwt voort op de basisprincipes van EDI, maar met een frisse blik en aanpassingen voor een effectievere implementatie in de huidige klaslokalen. De essentie blijft hetzelfde: een goed geplande les, heldere uitleg, regelmatige controle op begrip, en veel oefening. Maar de nuance en de flexibiliteit zijn toegenomen.

Duidelijke Leerdoelen en Succescriteria

Elke EDI 2.0 les begint met het expliciet formuleren van de leerdoelen. Wat moeten de leerlingen aan het einde van de les weten en kunnen? Dit leerdoel moet SMART zijn: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden. Cruciaal is ook het definiëren van succescriteria. Hoe weten leerlingen (en de docent) dat het leerdoel is bereikt? Deze criteria moeten concreet en begrijpelijk zijn voor alle leerlingen. Denk bijvoorbeeld aan: "Ik kan 3 synoniemen voor het woord 'blij' opschrijven" of "Ik kan de stelling van Pythagoras toepassen op een rechthoekige driehoek".

Activeren van Voorkennis

Voordat de nieuwe leerstof wordt gepresenteerd, is het essentieel om de voorkennis van de leerlingen te activeren. Dit kan op verschillende manieren: een korte quiz, een brainstormsessie, een denkopdracht, of een korte discussie. Het doel is om de verbinding te leggen tussen wat de leerlingen al weten en wat ze gaan leren. Dit bevordert het begrip en de retentie van de nieuwe informatie. Door voorkennis te activeren, worden leerlingen bewuster van hun eigen kennis en kunnen ze de nieuwe informatie beter plaatsen in hun bestaande kennisstructuur. Bijvoorbeeld, bij een les over de Tweede Wereldoorlog kan de docent vragen: "Wat weten jullie al over Hitler?" of "Waarom denken jullie dat er een oorlog uitbrak?".

Directe Instructie en Modellering

De fase van directe instructie is cruciaal. De docent legt de nieuwe leerstof helder en gestructureerd uit. Dit omvat het modelleren van de gewenste vaardigheden. De docent doet voor hoe iets moet worden gedaan, hardop denkend, zodat de leerlingen kunnen zien en horen hoe de docent de taak aanpakt. Bijvoorbeeld, bij het leren schrijven van een betoog, schrijft de docent een deel van het betoog voor de klas, waarbij hij uitlegt welke keuzes hij maakt en waarom. Gebruik van visuele hulpmiddelen, zoals schema's, grafieken, en afbeeldingen, kan de instructie verduidelijken en de aandacht van de leerlingen vasthouden. De taal die de docent gebruikt moet precies en toegankelijk zijn, zonder onnodig jargon.

Begeleide Oefening en Check for Understanding

Na de directe instructie volgt de begeleide oefening. De leerlingen oefenen de nieuwe vaardigheid onder toezicht van de docent. De docent stelt gerichte vragen om het begrip te controleren ("Check for Understanding"). Dit is geen eenmalige vraag, maar een continu proces van vragen stellen, luisteren naar de antwoorden, en de instructie aanpassen op basis van de feedback van de leerlingen. Belangrijk is om verschillende check-for-understanding technieken toe te passen, zoals "Think-Pair-Share", "Cold Call" (leerlingen onvoorbereid vragen), "Mini Whiteboards", en "Exit Tickets". De begeleide oefening biedt de docent de mogelijkheid om directe feedback te geven en misconcepties te corrigeren. Dit voorkomt dat leerlingen fouten inslijpen. Bijvoorbeeld, bij het oefenen van breuken vereenvoudigen, kan de docent vragen: "Wat is de grootste gemene deler van 12 en 18?" of "Waarom kunnen we deze breuk niet verder vereenvoudigen?".

Zelfstandige Oefening

Na de begeleide oefening volgt de zelfstandige oefening. De leerlingen oefenen de nieuwe vaardigheid zelfstandig. De docent loopt rond om te observeren en individuele hulp te bieden waar nodig. De opdrachten voor de zelfstandige oefening moeten gedifferentieerd zijn, zodat ze aansluiten bij het niveau van de leerlingen. Differentiatie kan op verschillende manieren: door verschillende opdrachten aan te bieden, door de moeilijkheidsgraad van de opdrachten aan te passen, of door leerlingen de mogelijkheid te geven om de opdrachten op verschillende manieren uit te voeren. De zelfstandige oefening biedt de leerlingen de mogelijkheid om de nieuwe vaardigheid te automatiseren en te internaliseren. Belangrijk is om de zelfstandige oefening regelmatig te herhalen, zodat de leerlingen de vaardigheid blijven beheersen.

Afsluiting en Terugblik

Elke EDI 2.0 les eindigt met een afsluiting en een terugblik. De docent vat de belangrijkste punten van de les samen en koppelt deze terug aan de leerdoelen. De leerlingen krijgen de mogelijkheid om vragen te stellen en om te reflecteren op wat ze hebben geleerd. De docent kan de leerlingen ook vragen om een korte samenvatting van de les te schrijven of om de belangrijkste concepten uit te leggen aan een ander. Dit helpt de leerlingen om de informatie te consolideren en om te onthouden. Bijvoorbeeld, aan het einde van een les over planten kan de docent vragen: "Wat zijn de 3 belangrijkste onderdelen van een plant?" of "Hoe krijgen planten hun energie?".

Aanpassingen voor EDI 2.0

Hoewel de basisprincipes van EDI robuust blijven, vereist EDI 2.0 bepaalde aanpassingen om optimaal te functioneren in de huidige onderwijsomgeving.

Differentiatie en Personaliseren

EDI 2.0 erkent de diversiteit in de klas en benadrukt het belang van differentiatie. De instructie moet aangepast worden aan de behoeften en niveaus van de verschillende leerlingen. Dit kan op verschillende manieren, zoals het aanbieden van verschillende opdrachten, het aanpassen van de moeilijkheidsgraad van de opdrachten, of het geven van extra ondersteuning aan leerlingen die het nodig hebben. Personaliseren gaat nog een stap verder: de leerlingen krijgen de mogelijkheid om zelf keuzes te maken over hun leerproces, bijvoorbeeld over de onderwerpen die ze willen bestuderen of over de manieren waarop ze hun kennis willen aantonen. Door te differentiëren en te personaliseren, worden alle leerlingen uitgedaagd en gemotiveerd.

Integratie van Technologie

Technologie kan een waardevolle toevoeging zijn aan EDI 2.0. Het kan gebruikt worden om de instructie te verduidelijken, om de betrokkenheid van de leerlingen te vergroten, en om individuele feedback te geven. Denk aan interactieve whiteboards, online leerplatformen, apps, en educatieve games. Het is belangrijk om de technologie doelgericht in te zetten en om ervoor te zorgen dat de technologie de leerdoelen ondersteunt. Technologie mag nooit een doel op zich worden. Bijvoorbeeld, een online quiz kan gebruikt worden om het begrip van de leerstof te controleren, of een simulatie kan gebruikt worden om een abstract concept te visualiseren.

Focus op 21e-eeuwse Vaardigheden

EDI 2.0 besteedt aandacht aan het ontwikkelen van 21e-eeuwse vaardigheden, zoals kritisch denken, probleemoplossend vermogen, creativiteit, communicatie, en samenwerking. Deze vaardigheden zijn essentieel voor succes in de moderne wereld. De instructie moet gericht zijn op het aanleren van deze vaardigheden, bijvoorbeeld door het stellen van open vragen, het aanbieden van uitdagende problemen, en het stimuleren van samenwerking. De leerlingen moeten de mogelijkheid krijgen om deze vaardigheden te oefenen en te ontwikkelen in de context van de leerstof. Bijvoorbeeld, bij een les over klimaatverandering kunnen de leerlingen in groepen een plan ontwikkelen om de CO2-uitstoot te verminderen.

Voorbeelden en Data

Er zijn talloze studies die de effectiviteit van EDI (en EDI 2.0) aantonen. Onderzoek laat zien dat EDI leidt tot hogere leerprestaties, meer betrokkenheid, en minder gedragsproblemen. Een meta-analyse van meer dan 500 studies toonde aan dat EDI een van de meest effectieve onderwijsstrategieën is. De effectiviteit van EDI is aangetoond in verschillende vakgebieden, zoals wiskunde, taal, en wetenschap. In Nederland en Vlaanderen zijn er scholen die succesvol EDI (2.0) implementeren. Vaak delen deze scholen hun ervaringen en best practices online of via conferenties.

Een concreet voorbeeld: Een basisschool in Amsterdam implementeerde EDI 2.0 in de groepen 7 en 8. Na een jaar bleek dat de leerlingen significant beter scoorden op de Cito-toets dan de leerlingen van de controlegroep. De docenten rapporteerden ook dat de leerlingen meer gemotiveerd waren en dat er minder gedragsproblemen waren.

Conclusie

Expliciete Directe Instructie 2.0 is een krachtige en bewezen effectieve methode voor lesgeven. Het biedt een gestructureerde en systematische aanpak die de leerprestaties van leerlingen verbetert en hun betrokkenheid vergroot. Door de kernprincipes van EDI te combineren met aanpassingen voor de moderne context van het onderwijs, is EDI 2.0 een relevante en waardevolle methode voor docenten van alle niveaus en vakgebieden.

Implementeer EDI 2.0 in uw klaslokaal! Begin met het bestuderen van de principes en technieken van EDI 2.0. Experimenteer met de verschillende strategieën en pas de methode aan aan de behoeften van uw leerlingen. Deel uw ervaringen met collega's en leer van elkaar. Met een doordachte en consequente implementatie van EDI 2.0 kunt u een positieve impact hebben op de leerprestaties en het welzijn van uw leerlingen.

EDI - Juffrouw Femke - Expliciete Directe Instructie 2.0 Pdf
juffrouwfemke.com
Expliciete Directe Instructie by Marlinde Maas on Prezi - Expliciete Directe Instructie 2.0 Pdf
prezi.com

Bekijk ook deze gerelateerde berichten: