Hoe Lang Duurt Een Gemiddelde Bevalling

Ben je zwanger en vraag je je af hoe lang een bevalling gemiddeld duurt? Dat is een heel normale vraag! Elke bevalling is uniek, maar er zijn wel degelijk algemene richtlijnen. In dit artikel duiken we in de verschillende fases van de bevalling en bekijken we hoe lang ze gemiddeld duren, zodat je beter voorbereid bent op wat komen gaat.

Wat je kunt verwachten: De fases van de bevalling

Een bevalling bestaat grofweg uit drie fases. Het is belangrijk te onthouden dat de duur van elke fase per persoon verschilt. Factoren zoals de eerste bevalling versus een volgende bevalling, de positie van de baby, en de aanwezigheid van complicaties spelen allemaal een rol.

Fase 1: De ontsluitingsfase

De ontsluitingsfase is de langste fase van de bevalling en wordt gekenmerkt door het openen van de baarmoedermond (de cervix). Deze fase is verder onderverdeeld in:

Latente fase (vroege ontsluiting): De baarmoedermond opent zich van 0 tot ongeveer 4 centimeter. De weeën zijn vaak onregelmatig en minder intens.
Actieve fase: De baarmoedermond opent zich van 4 tot 10 centimeter. De weeën worden regelmatiger, sterker en komen vaker voor.
Overgangsfase: Dit is het laatste stukje van de ontsluitingsfase, van ongeveer 8 tot 10 centimeter. De weeën zijn het meest intens en kunnen gepaard gaan met misselijkheid, rillingen en een gevoel van overweldiging.

Hoe lang duurt deze fase nu gemiddeld?

Eerste bevalling: De latente fase kan 8 tot 12 uur duren, de actieve fase 4 tot 8 uur, en de overgangsfase 30 minuten tot 2 uur. In totaal kan de eerste fase dus 12 tot 24 uur duren, of zelfs langer.
Volgende bevalling: Vaak verloopt de ontsluitingsfase sneller. De latente fase kan 4 tot 8 uur duren, de actieve fase 2 tot 5 uur, en de overgangsfase 15 minuten tot 1 uur. Dit betekent een totale duur van ongeveer 6 tot 14 uur.

Let op: Dit zijn slechts gemiddelden. Sommige vrouwen ervaren een veel snellere bevalling (ook wel stortbevalling genoemd), terwijl het bij anderen langer duurt. Het is belangrijk om te luisteren naar je lichaam en contact op te nemen met je verloskundige of gynaecoloog als je je zorgen maakt.

Fase 2: De uitdrijvingsfase (persfase)

In de uitdrijvingsfase, ook wel de persfase genoemd, pers je de baby daadwerkelijk uit de baarmoeder. Je baarmoedermond is nu volledig geopend (10 centimeter) en je lichaam voelt de drang om te persen.

De duur van de persfase varieert sterk:

Eerste bevalling: Gemiddeld 1 tot 2 uur. In sommige gevallen kan het zelfs langer duren, tot wel 3 uur.
Volgende bevalling: Gemiddeld 20 minuten tot 1 uur. Soms kan het al binnen enkele persweeën gebeuren.

Tijdens de persfase is de begeleiding van je verloskundige of gynaecoloog cruciaal. Zij zullen je aanwijzingen geven over wanneer je moet persen en hoe je je energie het beste kunt gebruiken.

Fase 3: De nageboorte

Na de geboorte van de baby begint de derde fase: de nageboorte. Dit is de uitdrijving van de placenta (moederkoek) en de vliezen. Meestal gebeurt dit binnen 5 tot 30 minuten na de geboorte van de baby.

Je kunt weeën blijven voelen, zij het minder intens. Soms krijg je medicatie (bijvoorbeeld oxytocine) om de samentrekking van de baarmoeder te bevorderen en bloedverlies te verminderen.

Factoren die de duur van de bevalling beïnvloeden

Zoals eerder genoemd, zijn er verschillende factoren die de duur van de bevalling kunnen beïnvloeden. Het is goed om je hiervan bewust te zijn:

Eerste bevalling versus volgende bevalling: Zoals al beschreven, duurt een eerste bevalling vaak langer.
Pijnstilling: Epidurale verdoving kan de bevalling vertragen, vooral in de actieve fase.
De positie van de baby: Een optimale positie (hoofdje naar beneden en met de rug van de baby naar de buik van de moeder) kan de bevalling bevorderen. Een stuitligging of andere afwijkende positie kan de bevalling bemoeilijken en verlengen.
De kracht van de weeën: Sterke en regelmatige weeën zijn essentieel voor de ontsluiting.
De grootte van de baby: Een grotere baby kan meer tijd nodig hebben om geboren te worden.
De leeftijd van de moeder: Studies suggereren dat oudere moeders mogelijk iets langer over hun bevalling doen, hoewel dit niet altijd het geval is.
Je algemene gezondheid: Een goede algemene gezondheid kan bijdragen aan een vlottere bevalling.
Angst en spanning: Probeer te ontspannen en je over te geven aan het proces. Angst en spanning kunnen de bevalling vertragen.

Wat kun je zelf doen om de bevalling te bevorderen?

Hoewel je niet alles in de hand hebt, zijn er wel degelijk dingen die je zelf kunt doen om de bevalling te bevorderen:

Blijf actief tijdens de zwangerschap: Regelmatige beweging kan je lichaam voorbereiden op de bevalling. Overleg altijd met je verloskundige of arts over wat voor jou geschikt is.
Neem een zwangerschapscursus: Je leert er over de verschillende fases van de bevalling, ademhalingstechnieken en ontspanningsoefeningen.
Creëer een ontspannen omgeving: Dim het licht, zet rustige muziek op, en zorg dat je je comfortabel voelt.
Probeer verschillende houdingen uit: Bewegen en van houding veranderen kan de baby helpen om in de juiste positie te komen en de weeën effectiever te maken.
Ademhalingstechnieken: Focus op je ademhaling om de pijn te beheersen en te ontspannen.
Vertrouw op je lichaam: Je lichaam weet wat het moet doen. Luister naar je intuïtie en geef je over aan het proces.
Vraag om steun: Zorg dat je een partner, familielid of vriendin bij je hebt die je steunt en aanmoedigt.
Eet en drink voldoende: Een bevalling is topsport! Je hebt energie nodig. Kies voor lichte, verteerbare voeding en drink voldoende water.

Wanneer moet je je zorgen maken?

Het is belangrijk om te weten wanneer je contact moet opnemen met je verloskundige of gynaecoloog. Neem direct contact op in de volgende situaties:

Je vliezen breken.
Je hebt helderrood bloedverlies.
Je voelt de baby minder bewegen dan normaal.
Je hebt hevige buikpijn die niet weggaat.
Je hebt koorts.
Je maakt je zorgen over iets anders.

Conclusie: Wees voorbereid, maar flexibel

De duur van een bevalling is dus individueel. Hoewel er gemiddelden zijn, is het belangrijk om te onthouden dat elke bevalling uniek is. Probeer je zo goed mogelijk voor te bereiden door je te informeren, een zwangerschapscursus te volgen, en een bevalplan te maken. Maar wees ook flexibel en sta open voor eventuele veranderingen. Het belangrijkste is dat jij en je baby veilig en gezond zijn. Vertrouw op je lichaam, je verloskundige of gynaecoloog, en geniet van de wonderlijke ervaring van het baren van een kind! En onthoud, de beloning is onbetaalbaar: een liefdevol nieuw leven in je armen.