Mattheus 6 Vers 19-34

Lieve vriend(in),
Laten we even samen stilstaan. Even ademhalen en onszelf toestaan om zachtmoedig te kijken naar een prachtige passage, een liefdevolle uitnodiging om anders te leven. Een uitnodiging die we vinden in Mattheüs 6, vanaf vers 19 tot en met 34.
Laten we samen die woorden in ons hart toelaten, zonder oordeel, zonder verwachting. Gewoon, zoals de zon de aarde verwarmt, zo laten we deze woorden ons verwarmen.
Het begint met een zachte herinnering, een subtiele verschuiving van perspectief. "Verzamel voor jezelf geen schatten op aarde, waar mot en roest ze vernielen en waar dieven inbreken en stelen." Het is geen veroordeling van bezittingen, begrijp me niet verkeerd. Het is meer een vriendelijke suggestie: waar leggen we onze prioriteiten? Waar plaatsen we onze veiligheid, onze waarde? Is het in iets dat vergankelijk is, iets dat ons op elk moment ontnomen kan worden?
Kijk om je heen. De schoonheid van een zonsondergang, de lach van een kind, de onvoorwaardelijke liefde van een dier. Deze dingen zijn onbetaalbaar. Ze komen niet voort uit materiële rijkdom, maar uit de verbinding die we voelen, de liefde die we delen.
Het vervolg is zo krachtig: "Verzamel voor jezelf schatten in de hemel, waar mot noch roest ze vernielen, en waar dieven niet inbreken en stelen." Wat zouden die 'schatten in de hemel' kunnen zijn? Wellicht de liefde die we geven, de vriendelijkheid die we tonen, de onzelfzuchtige daden die we verrichten. Misschien is het de innerlijke vrede die we cultiveren, de groei die we doormaken, de lessen die we leren. Dit zijn schatten die niemand ons kan afnemen, schatten die met ons meereizen, voorbij dit aardse bestaan.
"Want waar je schat is, daar zal ook je hart zijn." Dit is geen dreigement, maar een constatering, een waarheid. Onze aandacht volgt onze interesse. Waar we onze energie in steken, daar groeit ook onze liefde. Dus als we ons richten op materiële zaken, dan zal ons hart daar ook aan vast komen te zitten. Maar als we ons richten op liefde, op compassie, op innerlijke groei, dan zal ons hart daaraan gehecht raken. Het is een keuze, een richting die we bepalen.
Dan volgt een beeldspraak, een metafoor die ons helpt om te zien: "De lamp van het lichaam is het oog. Als je oog helder is, zal heel je lichaam verlicht zijn. Maar als je oog troebel is, zal heel je lichaam duister zijn. Als dus het licht in je duisternis is, hoe groot is dan die duisternis!"
Laten we even stilstaan bij 'het oog'. Het oog als de poort naar onze ziel, de lens waardoor we de wereld zien. Als we met een open, liefdevolle blik naar de wereld kijken, dan zien we schoonheid, dan zien we verbinding, dan zien we liefde. Maar als ons oog troebel is, vertroebeld door angst, door jaloezie, door oordeel, dan zien we duisternis, dan zien we scheiding, dan zien we conflict.
Het is aan ons om ons 'oog' helder te houden. Om bewust te kiezen voor een blik van liefde en compassie. Om te kijken voorbij de oppervlakte, om de schoonheid te zien die in alles en iedereen aanwezig is.
"Niemand kan twee heren dienen. Want hij zal de ene haten en de andere liefhebben, of hij zal zich aan de ene hechten en de andere minachten. Je kunt niet God dienen en de mammon." Dit is geen oordeel, maar een observatie van menselijke natuur. Het is moeilijk om onze loyaliteit te verdelen. Uiteindelijk moeten we kiezen waar we onze energie en onze aandacht aan besteden.
'God' kunnen we zien als een symbool voor liefde, voor verbinding, voor onvoorwaardelijke acceptatie. 'Mammon' staat dan symbool voor materiële rijkdom, voor egoïsme, voor de illusie van controle.
Het is niet verboden om bezittingen te hebben, om geld te verdienen. Maar het is de vraag: dienen die bezittingen ons, of dienen wij de bezittingen? Zijn we vrij, of zijn we verslaafd? Brengen ze ons dichter bij liefde en verbinding, of leiden ze ons af van wat echt belangrijk is?
Maak je geen zorgen
Dan komt het hart van de boodschap, de kern van de uitnodiging: "Daarom zeg Ik jullie: maak je geen zorgen over je leven, over wat je zult eten of wat je zult drinken, of over je lichaam, waarmee je je zult kleden. Is het leven niet meer dan het voedsel, en het lichaam meer dan de kleding?"
Hoe vaak maken we ons zorgen? Over dingen die nog moeten gebeuren, over dingen die we niet kunnen controleren, over dingen die misschien nooit zullen gebeuren. We vullen ons hoofd met 'wat als' scenario's en vergeten te leven in het moment.
Kijk naar de vogels. Ze zaaien niet, ze oogsten niet, ze verzamelen geen voorraden. Toch worden ze gevoed. Kijk naar de lelies. Ze werken niet, ze spinnen niet. Toch zijn ze prachtig gekleed. Zelfs Salomo in al zijn glorie was niet zo mooi gekleed als een van hen.
Dit is geen oproep tot luiheid. Het is een oproep tot vertrouwen. Een vertrouwen dat we verzorgd worden, dat we alles krijgen wat we nodig hebben, op het juiste moment. Het is een herinnering dat het leven meer is dan alleen overleven.
"Zoek eerst het koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen je erbij gegeven worden." Wat is dat 'koninkrijk van God'? Is het een plaats? Is het een tijd? Misschien is het wel een staat van zijn. Een staat van liefde, van vrede, van verbinding.
Als we ons richten op het cultiveren van die innerlijke staat, dan volgen de rest vanzelf. De zorgen verdwijnen, de angst vermindert, het vertrouwen groeit. We ontdekken dat we al alles hebben wat we nodig hebben.
"Maak je dus geen zorgen over de dag van morgen, want de dag van morgen zal voor zichzelf zorgen. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad." Dit is geen oproep tot naïviteit. Het is een oproep tot aanwezigheid.
Elke dag brengt zijn eigen uitdagingen, zijn eigen moeilijkheden. Maar elke dag brengt ook zijn eigen zegeningen, zijn eigen mogelijkheden. Als we in het moment leven, dan kunnen we die zegeningen en mogelijkheden zien, dan kunnen we de uitdagingen en moeilijkheden met meer liefde en compassie tegemoet treden.
Laten we het verleden loslaten, het is voorbij. Laten we de toekomst loslaten, die is nog niet hier. Laten we ons richten op het nu, op dit moment, op deze ademhaling. Hier en nu kunnen we liefde geven, hier en nu kunnen we vreugde ervaren, hier en nu kunnen we dankbaar zijn.
Laten we deze woorden meenemen in ons dagelijks leven. Laten we ze niet alleen lezen, maar ook leven. Laten we onze prioriteiten heroverwegen, onze blik veranderen, onze zorgen loslaten.
Laten we samen op reis gaan, een reis van liefde, van vrede, van verbinding. Laten we elkaar steunen, elkaar inspireren, elkaar aanmoedigen. Want samen zijn we sterker, samen kunnen we de wereld veranderen.
Onthoud, lieve vriend(in), je bent niet alleen. Je bent geliefd, je bent waardevol, je bent genoeg. En je bent nooit, maar dan ook nooit, verlaten.








