Wat Moet Je Doen Bij Een Hypo

Heb je diabetes en ervaar je soms plotselinge zwakte, trillingen of verwardheid? Dan heb je wellicht een hypo, een acute daling van je bloedsuikerspiegel. Het is cruciaal om te weten wat je moet doen bij een hypo, want snelle actie kan ernstige complicaties voorkomen. Deze informatie is bedoeld voor iedereen met diabetes, hun familieleden en vrienden, en iedereen die meer wil weten over het herkennen en behandelen van een hypo.

Wat is een Hypo precies?

Een hypo, kort voor hypoglykemie, betekent letterlijk 'te weinig glucose in het bloed'. Glucose is de belangrijkste brandstof voor je lichaam en je hersenen. Bij mensen met diabetes, die insuline gebruiken of bepaalde medicijnen slikken, kan de bloedsuikerspiegel soms te laag worden. Dit kan gebeuren om verschillende redenen, zoals:

• Te veel insuline: Je hebt meer insuline gespoten of geïnjecteerd dan je nodig had.
• Overgeslagen maaltijd: Je hebt een maaltijd of snack overgeslagen, of te lang gewacht met eten.
• Intensieve inspanning: Je hebt intensief gesport of andere fysieke activiteit verricht zonder extra koolhydraten te eten.
• Alcoholgebruik: Alcohol kan de bloedsuikerspiegel verlagen, vooral als je het op een lege maag drinkt.
• Medicatie: Bepaalde medicijnen, in combinatie met diabetes medicatie, kunnen je bloedsuikerspiegel beïnvloeden.

Hoe herken je een Hypo? Symptomen en Signalen

Het herkennen van een hypo is essentieel. De symptomen kunnen variëren van mild tot ernstig, en ze kunnen zich snel ontwikkelen. Wees alert op de volgende signalen:

Milde symptomen:

• Hongergevoel: Een plotselinge, intense drang om te eten.
• Trillen: Oncontroleerbare trillingen, vooral in je handen.
• Zweten: Meer zweten dan normaal, vaak koud zweet.
• Duizeligheid: Een licht gevoel in je hoofd.
• Hartkloppingen: Een snelle of onregelmatige hartslag.
• Prikkelbaarheid: Je bent sneller geïrriteerd of boos.
• Verwardheid: Moeite met helder denken of concentreren.

Ernstige symptomen:

• Concentratieproblemen: Niet meer helder kunnen denken.
• Spraakproblemen: Moeite met praten of woorden vinden.
• Wazig zien: Slecht of dubbel zien.
• Coördinatieproblemen: Moeite met lopen of bewegen.
• Verlies van bewustzijn: Flauwvallen of bewusteloos raken.
• Epileptische aanval: In extreme gevallen kan een hypo een epileptische aanval veroorzaken.

Het is belangrijk om te weten dat de symptomen van een hypo bij iedereen anders kunnen zijn. Sommige mensen ervaren milde symptomen, terwijl anderen meteen ernstige symptomen krijgen. Het is ook mogelijk dat je na verloop van tijd minder goed in staat bent om de signalen van een hypo te herkennen (hypo unawareness). Bespreek dit met je arts als je dit vermoedt.

Wat moet je direct doen bij een Hypo? Een stappenplan

Als je denkt dat je een hypo hebt, is het belangrijk om snel te handelen. Volg deze stappen:

1. Meet je bloedsuiker: Als je een bloedglucosemeter hebt, meet dan direct je bloedsuiker. Als de waarde onder de 4 mmol/l ligt, heb je waarschijnlijk een hypo. Heb je geen meter bij de hand, ga er dan vanuit dat het een hypo is als je symptomen ervaart.
2. Eet of drink iets met snelle suikers: Neem direct iets met snelle suikers, zoals:
   • 4-6 druivensuikertabletten
   • Een glas (150-200 ml) vruchtensap of frisdrank (geen light!)
   • Een lepel honing of jam
   Belangrijk: Chocolade, koekjes of melk zijn minder geschikt, omdat de suiker hierin langzamer wordt opgenomen.
3. Wacht 15-20 minuten: Geef de snelle suikers de tijd om je bloedsuikerspiegel te verhogen.
4. Meet opnieuw: Meet na 15-20 minuten opnieuw je bloedsuiker. Als de waarde nog steeds onder de 4 mmol/l is, herhaal dan stap 2.
5. Eet iets met langzame koolhydraten: Zodra je bloedsuikerspiegel weer boven de 4 mmol/l is, eet dan iets met langzame koolhydraten om te voorkomen dat je bloedsuikerspiegel opnieuw daalt. Denk aan:
   • Een boterham met beleg
   • Een stuk fruit
   • Een handjevol noten

Wat als je niet in staat bent om zelf te eten of drinken?

In ernstige gevallen, bijvoorbeeld als je bewusteloos bent, kun je niet zelf eten of drinken. Het is cruciaal dat mensen in je omgeving weten wat ze moeten doen:

• Bel 112: Bel direct de ambulance. Leg uit dat je partner/vriend/familielid diabetes heeft en vermoedelijk een hypo heeft.
• Geef geen eten of drinken: Probeer iemand die bewusteloos is nooit eten of drinken te geven, omdat dit verstikkingsgevaar oplevert.
• Glucagon injectie: Als je een glucagon injectie in huis hebt, en je partner/vriend/familielid is getraind om deze toe te dienen, kan dit worden gedaan. Glucagon is een hormoon dat de lever aanzet om glucose vrij te geven. Let op: Glucagon werkt niet bij iedereen, en het kan even duren voordat het effect heeft. Daarom is het belangrijk om alsnog 112 te bellen.

Het is raadzaam om als diabeet een diabetespaspoort bij je te dragen waarop staat dat je diabetes hebt, welke medicatie je gebruikt en wat er moet gebeuren in geval van een hypo. Informeer ook je familie, vrienden en collega's over je diabetes en wat ze moeten doen bij een hypo.

Hypo Unawareness: Wat te doen als je de signalen niet voelt?

Sommige mensen met diabetes ontwikkelen hypo unawareness, wat betekent dat ze de waarschuwingssignalen van een hypo niet (meer) voelen. Dit is gevaarlijk, omdat ze dan pas merken dat ze een hypo hebben als de symptomen al ernstig zijn.

Als je denkt dat je hypo unawareness hebt, bespreek dit dan met je arts. Mogelijk kunnen de volgende maatregelen helpen:

• Frequenter bloedsuiker meten: Meet je bloedsuiker vaker, vooral voor het autorijden, sporten en slapen.
• Doelbloedsuikerspiegel aanpassen: Je arts kan je doelbloedsuikerspiegel iets verhogen, zodat je minder snel een hypo krijgt.
• Continue glucosemonitoring (CGM): Een CGM meet continu je bloedsuikerspiegel en waarschuwt je als je bloedsuikerspiegel te laag wordt.
• Hypo awareness training: Er zijn speciale trainingen die je kunnen helpen om de signalen van een hypo weer te leren herkennen.

Hoe kun je Hypo's voorkomen? Preventie is essentieel!

Het voorkomen van hypo's is de beste strategie. Hier zijn enkele tips:

• Regelmatig eten: Sla geen maaltijden of snacks over. Eet op vaste tijden.
• Correcte insulinedosering: Overleg met je arts of diabetesverpleegkundige over de juiste insulinedosering. Pas je insulinedosering aan op basis van je maaltijden, activiteit en bloedsuikerspiegel.
• Aanpassing bij inspanning: Eet extra koolhydraten voor, tijdens en na intensieve inspanning.
• Alcoholgebruik: Drink alcohol met mate en eet er altijd iets bij.
• Bloedsuiker controle: Meet je bloedsuiker regelmatig, vooral voor het autorijden, sporten en slapen.
• Wees voorbereid: Draag altijd iets met snelle suikers bij je, zoals druivensuikertabletten of een pakje sap.
• Informeer je omgeving: Vertel je familie, vrienden en collega's over je diabetes en wat ze moeten doen bij een hypo.

Conclusie: Wees alert en handel snel!

Een hypo kan eng zijn, maar met de juiste kennis en voorbereiding kun je er goed mee omgaan. Herken de signalen, handel snel en weet wat je moet doen. Praat met je arts of diabetesverpleegkundige over je hypo's en stel vragen. Samen kunnen jullie een plan maken om hypo's te voorkomen en je diabetes onder controle te houden. Door actief te zijn en goed voor jezelf te zorgen, kun je met vertrouwen leven met diabetes.