Berekenen Bruto Netto Ww Uitkering

Heb je onlangs je baan verloren en ben je benieuwd hoeveel WW-uitkering je straks daadwerkelijk op je rekening gestort krijgt? Het berekenen van je bruto naar netto WW-uitkering kan ingewikkeld lijken. Er komen verschillende factoren bij kijken, zoals loonheffing, premies en eventuele andere inkomsten. In dit artikel loodsen we je stap voor stap door het proces, zodat je een goed beeld krijgt van wat je kunt verwachten. Dit artikel is bedoeld voor iedereen die recht heeft op een WW-uitkering of denkt daar recht op te hebben en graag een realistische inschatting wil maken van het bedrag dat maandelijks beschikbaar zal zijn.

Wat is het verschil tussen bruto en netto?

Voordat we dieper ingaan op de berekening, is het belangrijk om het verschil tussen bruto en netto te begrijpen:

Bruto WW-uitkering: Dit is het bedrag dat je van het UWV ontvangt voordat er loonheffing en eventuele andere premies worden ingehouden.
Netto WW-uitkering: Dit is het bedrag dat je daadwerkelijk op je rekening gestort krijgt, na aftrek van loonheffing en andere premies. Dit is dus het bedrag dat je daadwerkelijk kunt besteden.

Het verschil tussen bruto en netto kan aanzienlijk zijn, dus het is cruciaal om te weten hoe je de netto uitkering kunt berekenen.

Stap 1: Bereken je bruto WW-uitkering

De hoogte van je bruto WW-uitkering is afhankelijk van je laatstverdiende loon. Het UWV kijkt naar het loon dat je verdiende in de periode van 12 maanden voordat je werkloos werd. Er wordt een gemiddelde berekend van dit loon, het zogenaamde dagloon. De WW-uitkering is een percentage van dit dagloon.

Hoe berekent het UWV het dagloon?

Het UWV kijkt naar je SV-loon (loon waarover sociale premies zijn betaald) over de 12 maanden voordat je werkloos werd.
Dit SV-loon wordt gedeeld door het aantal dagen dat je in die periode hebt gewerkt (meestal ongeveer 261 dagen per jaar bij een fulltime baan).

Je bruto WW-uitkering is vervolgens:

De eerste twee maanden: 75% van je dagloon.
Vanaf de derde maand: 70% van je dagloon.

Voorbeeld: Stel dat je dagloon €150 is. Dan is je bruto WW-uitkering de eerste twee maanden €112,50 per dag (75% van €150). Vanaf de derde maand is dit €105 per dag (70% van €150).

Let op: Er geldt een maximum dagloon. In 2024 is dit maximum vastgesteld op een bepaald bedrag (zoek dit actuele bedrag op via de UWV website). Verdien je meer dan dit maximum, dan wordt je WW-uitkering berekend over dit maximum dagloon, en niet over je daadwerkelijke loon.

Stap 2: Loonheffing en premies berekenen

Van je bruto WW-uitkering worden loonheffing en eventuele andere premies ingehouden. Loonheffing is een verzamelnaam voor loonbelasting en premies volksverzekeringen.

Loonbelasting: Dit is een directe belasting op je inkomen. De hoogte van de loonbelasting is afhankelijk van je inkomen en de loonheffingskorting die je toepast.

Premies volksverzekeringen: Dit zijn premies voor de AOW (Algemene Ouderdomswet), de Anw (Algemene nabestaandenwet) en de Wlz (Wet langdurige zorg). Deze premies worden automatisch ingehouden van je WW-uitkering.

Loonheffingskorting: Je kunt loonheffingskorting aanvragen bij de instantie die je de hoogste uitkering betaalt. Dit is meestal het UWV als je geen andere inkomsten hebt. Door loonheffingskorting toe te passen, betaal je minder loonbelasting en houd je dus meer netto over. Het is belangrijk om te controleren of de loonheffingskorting correct wordt toegepast.

Hoe bereken je de loonheffing en premies?

Dit is het meest complexe onderdeel van de berekening. De precieze bedragen zijn afhankelijk van je persoonlijke situatie, zoals je leeftijd, woonsituatie en eventuele andere inkomsten. Het is aan te raden om gebruik te maken van de rekenhulpen van het UWV of de Belastingdienst. Deze tools houden rekening met alle relevante factoren en geven je een nauwkeurige schatting van de loonheffing en premies die je moet betalen.

Stap 3: Andere factoren die je netto WW-uitkering beïnvloeden

Naast loonheffing en premies zijn er nog andere factoren die invloed kunnen hebben op je netto WW-uitkering:

Aanvullende inkomsten: Heb je naast je WW-uitkering nog andere inkomsten, bijvoorbeeld uit een parttime baan of een freelance opdracht? Dan kan dit invloed hebben op de hoogte van je WW-uitkering. Het UWV kan je WW-uitkering verlagen als je andere inkomsten hebt. Je bent verplicht om deze inkomsten aan het UWV door te geven.
Vermogen: Je vermogen heeft in principe geen invloed op je WW-uitkering.
Schulden: Heb je schulden met een loonbeslag? Dan kan een deel van je WW-uitkering worden ingehouden om de schulden af te betalen.
Zorgverzekering: Je bent verplicht om een zorgverzekering te hebben. De premie voor je zorgverzekering wordt niet ingehouden van je WW-uitkering, maar je moet deze zelf betalen. Houd hier dus rekening mee bij het budgetteren.
Beslaglegging: Er kan beslag worden gelegd op je WW-uitkering, bijvoorbeeld door schuldeisers.

Stap 4: Gebruik de rekenhulpen van het UWV en de Belastingdienst

Zoals eerder vermeld, is het raadzaam om gebruik te maken van de rekenhulpen van het UWV en de Belastingdienst. Deze tools zijn specifiek ontworpen om je te helpen bij het berekenen van je netto WW-uitkering. Ze zijn eenvoudig te gebruiken en geven je een nauwkeurige schatting van wat je kunt verwachten.

Waar vind je deze rekenhulpen?

UWV: Ga naar de website van het UWV (uwv.nl) en zoek naar de rekenhulpen voor WW-uitkeringen.
Belastingdienst: Ga naar de website van de Belastingdienst (belastingdienst.nl) en zoek naar de loonbelastingtabellen of de tool voor het berekenen van loonheffing.

Tip: Houd je DigiD bij de hand, omdat je deze mogelijk nodig hebt om toegang te krijgen tot de rekenhulpen en je persoonlijke gegevens.

Voorbeeld van een bruto netto WW-uitkering berekening

Laten we een voorbeeld bekijken om het proces te illustreren:

Gegevens:

Dagloon: €160
Bruto WW-uitkering (eerste twee maanden): €120 (75% van €160)
Leeftijd: 40 jaar
Woonsituatie: Alleenstaand
Loonheffingskorting: Ja

Berekening:

Gebruik de rekenhulp van de Belastingdienst om de loonheffing te berekenen. Stel dat de loonheffing €35 per dag is.
Bereken de netto WW-uitkering: €120 (bruto) - €35 (loonheffing) = €85 per dag.
Maandelijkse netto WW-uitkering (uitgaande van 21 werkdagen per maand): €85 x 21 = €1785.

Let op: Dit is slechts een voorbeeld. De werkelijke bedragen kunnen variëren afhankelijk van je persoonlijke situatie.

Tips voor het beheren van je WW-uitkering

Het ontvangen van een WW-uitkering kan een stressvolle periode zijn. Hier zijn een paar tips om je te helpen bij het beheren van je financiën:

Maak een budget: Breng je inkomsten en uitgaven in kaart, zodat je weet waar je geld naartoe gaat.
Spaar waar mogelijk: Probeer een buffer op te bouwen voor onverwachte uitgaven.
Zoek actief naar werk: Hoe sneller je een nieuwe baan vindt, hoe korter je afhankelijk bent van de WW-uitkering.
Maak gebruik van de diensten van het UWV: Het UWV biedt diverse diensten aan om je te helpen bij het vinden van een nieuwe baan, zoals trainingen en workshops.
Wees eerlijk en open tegen het UWV: Verzwijg geen informatie over je inkomsten of andere relevante zaken.

Conclusie

Het berekenen van je bruto naar netto WW-uitkering kan complex zijn, maar met de juiste informatie en hulpmiddelen is het goed te doen. Door de stappen in dit artikel te volgen en gebruik te maken van de rekenhulpen van het UWV en de Belastingdienst, kun je een realistisch beeld krijgen van wat je maandelijks kunt verwachten. Onthoud dat de werkelijke bedragen kunnen variëren afhankelijk van je persoonlijke situatie. Het is altijd raadzaam om contact op te nemen met het UWV of een financieel adviseur als je vragen hebt of hulp nodig hebt bij het berekenen van je WW-uitkering. Hopelijk geeft dit artikel je een beter inzicht in hoe je bruto WW-uitkering wordt omgezet in je netto uitkering. Succes met je zoektocht naar een nieuwe baan!