Future Will And Going To Exercises

Ken je dat gevoel? Je zit in de Engelse les, de leraar legt *weer* de verschillen uit tussen 'will' en 'going to' en je staart naar het bord, hopend dat het kwartje valt. Je bent niet de enige! Veel Nederlandstaligen die Engels leren, worstelen met dit concept. Het lijkt zo simpel, maar die subtiele nuances kunnen verwarrend zijn. Gelukkig is er licht aan het einde van de tunnel. Laten we samen eens duiken in de wereld van 'future will' en 'going to' en kijken hoe we dit voor eens en altijd kunnen begrijpen. En belangrijker nog: hoe je het in de praktijk kunt gebruiken.

De basis: Wat zijn 'will' en 'going to'?

Zowel 'will' als 'going to' gebruik je om over de toekomst te praten. Maar wanneer gebruik je de ene en wanneer de andere? Dat is de cruciale vraag!

'Will': De spontane beslissing en voorspelling

'Will' gebruik je vooral voor:

• Spontane beslissingen: Situaties waarin je op het moment zelf besluit iets te doen.
• Voorspellingen gebaseerd op persoonlijke mening of overtuiging: Zonder concreet bewijs.
• Beloftes, aanbiedingen en verzoeken: Dingen die je op dat moment toezegt.

Voorbeeld:

"It's cold! I will close the window." (Spontane beslissing)

"I think it will rain tomorrow." (Voorspelling gebaseerd op mening)

"I will help you with your homework." (Belofte/aanbod)

Zoals je ziet, 'will' is vaak verbonden aan het moment van spreken. Je neemt een beslissing op basis van de situatie waarin je je bevindt of deelt een persoonlijke verwachting.

'Going to': De geplande actie en bewijs

'Going to' gebruik je vooral voor:

• Geplande acties: Iets wat je van tevoren al had bedacht.
• Voorspellingen gebaseerd op bewijs: Er is een duidelijke indicatie dat iets gaat gebeuren.

Voorbeeld:

"I am going to visit my parents next week." (Geplande actie)

"Look at those dark clouds! It is going to rain." (Voorspelling gebaseerd op bewijs)

Met 'going to' ligt de nadruk op de voorbereiding en het bewijs. Je hebt al nagedacht over wat je gaat doen, of je ziet concrete signalen die wijzen op een toekomstige gebeurtenis.

Oefeningen om het verschil te oefenen

Nu de theorie helder is, is het tijd voor de praktijk! Hier zijn een paar oefeningen om het verschil tussen 'will' en 'going to' te oefenen:

Oefening 1: Kies de juiste vorm

Vul de volgende zinnen aan met 'will' of 'going to':

1. I think I ______ (buy) a new car next year.
2. Look at that car! It ______ (crash)!
3. We ______ (have) a picnic tomorrow. We planned it last week.
4. I ______ (answer) the phone!
5. They ______ (move) to Spain next month. They have already bought a house there.

Antwoorden:

1. will
2. is going to
3. are going to
4. will
5. are going to

Oefening 2: Situatieschetsen

Bedenk bij de volgende situaties of je 'will' of 'going to' zou gebruiken en waarom:

• Je ziet dat je vriend geen geld meer heeft.
• Je hebt al weken een reis naar Rome geboekt.
• Je ziet een baby bijna vallen.
• Je hebt besloten om volgend jaar te gaan studeren.

Mogelijke antwoorden:

• "I will lend you some money." (Spontane aanbieding)
• "I am going to visit Rome next month." (Geplande actie)
• "I am going to catch the baby!" (Spontane actie, misschien 'will' ook mogelijk in dit geval, maar 'going to' benadrukt de intentie en snelle reactie.)
• "I am going to study next year." (Geplande actie)

Oefening 3: Schrijf je eigen zinnen

Schrijf 5 zinnen met 'will' en 5 zinnen met 'going to'. Probeer verschillende situaties te bedenken en let goed op de context!

Voorbeeld zinnen:

Will:

• I will call you later.
• I think she will be a great doctor.
• If you need anything, I will be here.
• I will have a coffee, please.
• Don't worry, I will clean up the mess.

Going to:

• We are going to watch a movie tonight.
• She is going to start a new job next week.
• It's going to be a long day.
• They are going to get married in the summer.
• I am going to learn Spanish this year.

Tips om 'will' en 'going to' te beheersen

Naast oefeningen zijn er nog een paar tips die je kunnen helpen om 'will' en 'going to' beter te begrijpen en gebruiken:

• Let op het woordgebruik in films en series: Luister goed hoe native speakers 'will' en 'going to' gebruiken in verschillende situaties.
• Oefen met een taalpartner: Bespreek situaties en gebruik 'will' en 'going to' om je plannen en voorspellingen te beschrijven.
• Houd een notitieboekje bij: Schrijf zinnen op die je tegenkomt en waarin 'will' en 'going to' worden gebruikt. Analyseer de context en probeer te begrijpen waarom die specifieke vorm is gekozen.
• Wees niet bang om fouten te maken: Fouten maken is een natuurlijk onderdeel van het leerproces. Zie het als een kans om te leren en te groeien.
• Gebruik online tools: Er zijn tal van websites en apps die oefeningen en uitleg bieden over 'will' en 'going to'.

Het belangrijkste verschil in een notendop

Het verschil tussen 'will' en 'going to' is dus eigenlijk best logisch. 'Will' is voor spontane beslissingen en persoonlijke voorspellingen, terwijl 'going to' is voor geplande acties en voorspellingen gebaseerd op bewijs. Denk eraan als 'will' als een plotseling idee, en 'going to' als een reeds bestaand plan.

Onthoud: oefening baart kunst! Blijf oefenen, blijf luisteren en blijf fouten maken. Voor je het weet, gebruik je 'will' en 'going to' zonder erover na te hoeven denken!

Het beheersen van 'will' en 'going to' is een belangrijke stap in je Engelse taalreis. Met deze kennis en oefeningen ben je goed op weg om zelfverzekerder en nauwkeuriger over de toekomst te praten. Dus, ga ervoor en laat die Engelse lessen geen bron van frustratie meer zijn, maar een kans om te groeien en je taalvaardigheid te verbeteren!