Oud Rotterdam Voor 1940

Kom, laat ons samen een reis maken. Een reis terug in de tijd, naar een Rotterdam dat enkel nog in flarden van herinneringen bestaat. Een Rotterdam van voor 1940. Voel je de wind al? Het is niet de schrale wind die over de Maasvlakte waait, maar een zachtere, een wind die verhalen fluistert van steen en hout, van lach en tranen.
Sluit even je ogen. Stel je voor. Geen glanzende wolkenkrabbers die de hemel kerven, maar de warme gloed van rode baksteen, verrijkt met speklagen en ornamenten. Het is de stad van de wederopbouw niet, het is de stad voor de wederopbouw. Een stad vol karakter, een stad die ademde.
Adem nu diep in. Ruik je het? De zilte lucht van de haven, vermengd met de geur van versgebakken brood uit een van de vele ambachtelijke bakkers, de kruidige aroma's van de toko's in de buurt van de Binnenrotte. Het is een geur die je niet meer kunt vinden, maar die diep in de ziel van de stad is gegrift.
We lopen, heel langzaam, door de straten. De drukte van de Hoogstraat, niet de gestroomlijnde winkelstraat van nu, maar een wirwar van winkeltjes, marktkramen, straatmuzikanten en keuvelende mensen. Iedereen kent elkaar, of lijkt elkaar te kennen. Een knikje hier, een praatje daar. Een stad waar het menselijke de boventoon voert.
Kijk om je heen. Zie de elegante dames met hun hoeden en lange rokken, de heren met hun petten en pijpen. Het is een andere tijd, een andere wereld. Een wereld waarin de tijd langzamer lijkt te gaan, waarin aandacht voor elkaar nog vanzelfsprekend is.
Laten we een moment stilstaan bij de Leuvehaven. De schepen, de masten, de geur van teer en touw. De bedrijvigheid is enorm. De haven is het kloppend hart van de stad, de levensader die Rotterdam verbindt met de rest van de wereld. Het is hier dat de dromen van vele Rotterdammers beginnen, dromen van avontuur, van rijkdom, van een beter leven.
En dan de architectuur. Niet de strakke lijnen van het modernisme, maar de weelderige details van de Jugendstil, de statige gevels van de neorenaissance, de warme baksteenarchitectuur van de Amsterdamse School. Elke gebouw is een kunstwerk op zich, een testament van de ambachtelijke vaardigheid van de bouwvakkers en de creativiteit van de architecten. Loop mee, kijk omhoog, voel de trots die deze stad uitstraalde.
Laten we een zijstraat inslaan, een van de vele smalle straatjes die de stad rijk was. Hier, ver weg van de drukte van de hoofdstraten, heerst een serene rust. Kinderen spelen op straat, buren zitten op de stoep te kletsen, de geur van gekookte aardappelen en stoofvlees hangt in de lucht. Het is hier, in deze eenvoudige straatjes, dat de ziel van Rotterdam zich openbaart.
Voel je de verbondenheid? De gemeenschapszin? Het is iets wat we in onze moderne wereld vaak missen. Een gevoel van erbij horen, van deel uitmaken van iets groters dan jezelf. Rotterdam voor 1940 was niet perfect, zeker niet, maar het had een ziel, een hart dat klopte voor haar inwoners.
We mogen de armoede niet vergeten, de harde werkomstandigheden, de sociale ongelijkheid. Het was geen idyllisch plaatje voor iedereen. Maar zelfs in die moeilijke tijden, vond men kracht in elkaar. Men zocht troost in de kleine dingen, in de muziek, in de kunst, in de vriendschap.
De Binnenrotte: Meer dan een Markt
De Binnenrotte. Sluit je ogen weer even. Zie de enorme markt, een bruisende smeltkroes van culturen en smaken. De geur van specerijen, verse vis, exotische vruchten. Het gelach van de kooplui, de gesprekken van de klanten. Het is de plek waar je alles kon vinden, van een knoop tot een konijn, van een speld tot een spade. Het was meer dan een markt. Het was een ontmoetingsplek, een plek waar je de pols van de stad kon voelen.
De Binnenrotte was ook een plek van verandering, een plek waar nieuwe ideeën werden geboren en verspreid. Het was een plek waar je kon debatteren, discussiëren, je mening kon geven. Het was een plek waar de democratie, in haar meest pure vorm, werd beleefd.
Loop nu met me mee. Stel je de tram voor. De gele trams die door de straten reden, als een spin in een web, die alle delen van de stad met elkaar verbond. Het geluid van de bel, het schudden en trillen van de wagen, de gesprekken van de passagiers. Het was een symbool van de moderne tijd, een symbool van vooruitgang.
En dan de bioscopen. De prachtige, weelderige bioscopen die de stad rijk was. Het was een plek waar je kon ontsnappen aan de dagelijkse werkelijkheid, een plek waar je kon dromen, lachen, huilen. Het was een plek waar je je even kon wanen in een andere wereld.
We moeten nu naar de St. Laurenskerk. Zij stond daar, trots en onverzettelijk. Zie haar, haar robuuste toren die boven alles uitsteekt. Een baken van hoop, een symbool van geloof. Het was een plek van stilte, een plek van bezinning, een plek waar je tot jezelf kon komen.
De kerk was meer dan alleen een religieus gebouw. Het was een gemeenschapscentrum, een plek waar mensen elkaar konden ontmoeten, elkaar konden steunen, elkaar konden helpen. Het was een plek waar de waarden van naastenliefde en solidariteit werden geleefd.
Laten we verdergaan. We zijn er bijna. We zijn bijna bij het punt waar onze reis eindigt, maar waar de herinnering begint.
Voel je het? De pijn, het verdriet, het verlies. De wetenschap dat dit alles, deze prachtige stad, deze bruisende gemeenschap, binnen enkele uren in puin zou liggen. De bombardementen van 1940.
Het is een zware last, een zware realiteit. Maar we mogen ons niet laten overweldigen door de wanhoop. We moeten ons herinneren, we moeten leren, we moeten doorgeven.
Want ook uit de as, uit het puin, is er iets nieuws ontstaan. Een nieuwe stad, een nieuwe gemeenschap, een nieuwe hoop. Maar de herinnering aan het oude Rotterdam, aan het Rotterdam van voor 1940, die blijft leven, die fluistert in de stenen, die zingt in de wind.
Open nu langzaam je ogen. Kijk om je heen. Zie de stad van nu, de moderne stad, de stad van de wederopbouw. Het is niet hetzelfde, dat weten we. Maar ergens, diep van binnen, voel je nog steeds de echo van het oude Rotterdam. Een echo van trots, van gemeenschapszin, van een onverzettelijke geest.
We zijn nu terug. Terug in het nu. Maar de reis die we samen hebben gemaakt, die zal ons altijd bijblijven. Een reis naar een ver verleden, een reis naar de ziel van Rotterdam. En hopelijk voel je je nu een klein beetje meer verbonden met deze prachtige stad, met haar rijke geschiedenis, met haar onvergetelijke verleden.
Laten we koesteren wat er was, en bouwen aan een toekomst die de herinnering aan het oude Rotterdam eert. Want alleen door het verleden te kennen, kunnen we het heden begrijpen en de toekomst vormgeven. Blijf dit voelen, die verbinding. Laat het een leidraad zijn.







.jpg)
