Waar In De Huid Wordt Een Subcutane Canule Geplaatst

Subcutane canules worden steeds vaker gebruikt voor de toediening van medicatie, vocht of voeding, met name bij langdurige behandelingen of wanneer intraveneuze toegang lastig is. De correcte plaatsing van een subcutane canule is cruciaal voor de effectiviteit van de behandeling en het comfort van de patiënt. Dit artikel beschrijft de meest geschikte plaatsen voor het inbrengen van een subcutane canule en de overwegingen die hierbij een rol spelen.
Geschikte Locaties voor Subcutane Canules
De ideale locatie voor een subcutane canule moet aan een aantal criteria voldoen: voldoende onderhuids vetweefsel, goede doorbloeding, en minimale kans op irritatie of complicaties. Een goede rotatie van de insteekplaatsen is tevens belangrijk om huidirritatie en lipohypertrofie (verdikking van het vetweefsel) te voorkomen.
Buik
De buik is een van de meest gebruikte plaatsen voor subcutane canules, met name rond de navel. Er is over het algemeen voldoende onderhuids vetweefsel aanwezig, en het is een relatief comfortabele plek voor de patiënt. Belangrijk is om minstens 5 cm afstand van de navel te houden en te vermijden dat de canule in de buurt van littekenweefsel of huidplooien wordt geplaatst. Het is ook cruciaal om de diepte van het subcutane vetweefsel te beoordelen voordat een canule wordt geplaatst, vooral bij oudere of magere patiënten.
Voorbeeld: Bij patiënten met diabetes die insuline via een insulinepomp toedienen, is de buik een veelvoorkomende insteekplaats. Uit onderzoek blijkt dat regelmatige rotatie van de insteekplaatsen op de buik de kans op lipohypertrofie significant vermindert.
Bovenarmen
De bovenarmen, specifiek de achterkant, zijn ook een goede optie, mits er voldoende vetweefsel aanwezig is. Het is belangrijk om de canule aan de laterale (buitenkant) of posterieure (achterkant) zijde van de bovenarm te plaatsen, waarbij de spieren vermeden worden. De patiënt moet comfortabel kunnen bewegen zonder dat de canule verschuift of irriteert.
Voorbeeld: Bij palliatieve zorg wordt vaak morfine via een subcutane canule toegediend. De bovenarm is dan een handige plaats, omdat deze gemakkelijk toegankelijk is voor de verpleging en de patiënt minder beperkt is in zijn bewegingen dan wanneer de canule bijvoorbeeld in de buik zou zitten.
Bovenbenen
De bovenbenen, met name de buitenkant, zijn een alternatieve locatie, maar worden minder vaak gebruikt dan de buik of bovenarmen. Net als bij de bovenarmen is voldoende vetweefsel een vereiste. De voorzijde van het bovenbeen moet vermeden worden, omdat dit gebied gevoeliger is en de kans op irritatie groter is. De plaatsing moet zodanig zijn dat de canule niet knelt bij het zitten of lopen.
Voorbeeld: In de geriatrische zorg kan het bovenbeen een optie zijn wanneer andere locaties niet geschikt zijn vanwege bijvoorbeeld littekenweefsel of huidproblemen. Echter, de mobiliteit van de patiënt moet in overweging genomen worden om te voorkomen dat de canule losraakt.
Rug (Subscapulair)
De rug (subscapulair), onder het schouderblad, kan ook gebruikt worden, maar is minder toegankelijk voor de patiënt zelf. Deze locatie is vooral handig bij patiënten die zichzelf niet kunnen prikken of wanneer andere locaties niet geschikt zijn. Goede fixatie van de canule is essentieel om te voorkomen dat deze losraakt bij beweging. De huid moet goed beoordeeld worden op tekenen van irritatie of infectie.
Voorbeeld: Bij kinderen die langdurig antibiotica via een subcutane canule krijgen, kan de rug een goede optie zijn, omdat het kind er minder makkelijk aan kan zitten en de canule minder snel los zal trekken.
Factoren die de Locatiekeuze Beïnvloeden
Verschillende factoren spelen een rol bij de keuze van de optimale locatie voor een subcutane canule:
* Hoeveelheid onderhuids vetweefsel: Er moet voldoende vetweefsel aanwezig zijn om de canule goed te plaatsen en te voorkomen dat deze in de spier terechtkomt. Bij ondervoede patiënten of patiënten met weinig vetweefsel kan het lastig zijn een geschikte locatie te vinden. * Algehele conditie van de huid: De huid moet intact zijn, zonder tekenen van infectie, irritatie, of littekenweefsel. Vermijd gebieden met eczeem, psoriasis, of andere huidaandoeningen. Beschadigde huid kan de kans op infectie verhogen. * Mobiliteit van de patiënt: De locatie moet zodanig gekozen worden dat de canule niet losraakt bij beweging. Bij actieve patiënten is het extra belangrijk om de canule goed te fixeren. * Soort medicatie: Sommige medicaties kunnen lokale irritatie veroorzaken. In dat geval is het extra belangrijk om de insteekplaats regelmatig te controleren en te roteren. Specifieke medicatie kan een specifieke plaats prefereren om absorptie te optimaliseren. * Voorkeur van de patiënt: De patiënt moet betrokken worden bij de keuze van de locatie en moet zich er comfortabel bij voelen. Uitleg over de verschillende opties en de voor- en nadelen is essentieel. * Aanwezigheid van littekenweefsel of bestralingsvelden: Vermijd deze gebieden aangezien de doorbloeding vaak minder goed is en de opname van medicatie verstoord kan zijn. * Cognitieve vaardigheden van de patiënt: Kan de patiënt de insteekplaats zelf controleren op infecties of andere problemen? Zo niet, kies dan een plek die makkelijk te bereiken is voor de verzorgende.Complicaties en Preventie
Hoewel subcutane canules over het algemeen veilig zijn, kunnen er complicaties optreden. De meest voorkomende complicaties zijn:
* Infectie: Rode huid, zwelling, pijn, en pus rond de insteekplaats. Goede hygiëne is essentieel om infecties te voorkomen. * Irritatie: Rode en jeukende huid. Regelmatige rotatie van de insteekplaats kan irritatie helpen voorkomen. * Lipohypertrofie: Verdikking van het vetweefsel rond de insteekplaats. Rotatie van de insteekplaats is cruciaal om lipohypertrofie te voorkomen. * Verstopping van de canule: De flow van medicatie stopt. Regelmatig spoelen van de canule kan verstopping helpen voorkomen. * Lekkage: Medicatie lekt rond de insteekplaats. Correcte plaatsing en fixatie van de canule zijn belangrijk om lekkage te voorkomen.Om complicaties te voorkomen is het belangrijk om de volgende richtlijnen te volgen:
* Goede hygiëne: Was de handen grondig voor en na het plaatsen of verzorgen van de canule. Gebruik steriele materialen. * Correcte plaatsing: Volg de instructies van de fabrikant en kies een geschikte locatie. Controleer de huid op tekenen van irritatie of infectie. * Regelmatige rotatie: Verander de insteekplaats regelmatig om irritatie en lipohypertrofie te voorkomen. Noteer de datum en locatie van de laatste insteekplaats. * Goede fixatie: Zorg ervoor dat de canule goed gefixeerd is om te voorkomen dat deze losraakt. Gebruik een geschikte pleister of verband. * Regelmatige controle: Controleer de insteekplaats regelmatig op tekenen van infectie, irritatie, of lekkage. Informeer de arts of verpleegkundige bij problemen.Conclusie
De keuze van de juiste locatie voor een subcutane canule is van groot belang voor het succes van de behandeling en het comfort van de patiënt. De buik, bovenarmen, bovenbenen, en rug zijn allemaal geschikte opties, mits er voldoende vetweefsel aanwezig is en de huid intact is. Verschillende factoren, zoals de hoeveelheid vetweefsel, de algehele conditie van de huid, en de mobiliteit van de patiënt, moeten in overweging genomen worden bij de keuze van de locatie. Het is essentieel om de insteekplaats regelmatig te controleren op tekenen van infectie, irritatie, of lekkage en om de insteekplaats regelmatig te roteren om complicaties te voorkomen. Overleg met de arts of verpleegkundige is altijd aan te raden bij vragen of problemen. Een goede samenwerking tussen patiënt en zorgverlener is essentieel voor een succesvolle behandeling met een subcutane canule.


Bekijk ook deze gerelateerde berichten:
- In Welk Land Is Wie Is De Mol 2024
- Wilde Oscar The Picture Of Dorian Gray
- De Tijd Van Monniken En Ridders
- 0 Graden Celsius Naar Kelvin
- Hannibal In Silence Of The Lambs
- Rogue One A Star War Story
- 7 Habits Of Effective Peoples
- Where The Crawdads Sing Vertaling
- Pijn Of Blauwe Tenen Na Zwachtelen
- Eb En Vloed Hoek Van Holland