Wanneer Is Je Bloeddruk Te Laag

Een lage bloeddruk, ook wel hypotensie genoemd, is over het algemeen minder alarmerend dan een hoge bloeddruk (hypertensie). Toch kan een te lage bloeddruk vervelende klachten veroorzaken en in sommige gevallen zelfs een teken zijn van een onderliggend probleem. In dit artikel gaan we dieper in op de vraag: wanneer is je bloeddruk te laag? We bespreken de symptomen, oorzaken, en wanneer het belangrijk is om een arts te raadplegen.

Wat is een normale bloeddruk?

Voordat we kunnen bepalen wanneer een bloeddruk te laag is, is het belangrijk om te weten wat als 'normaal' wordt beschouwd. Een bloeddruk wordt uitgedrukt in twee getallen: de systolische druk (de bovendruk) en de diastolische druk (de onderdruk). Deze getallen worden gemeten in millimeters kwik (mmHg).

Over het algemeen wordt een bloeddruk van 120/80 mmHg of lager als optimaal beschouwd. Een bloeddruk tussen 120/80 mmHg en 140/90 mmHg wordt gezien als pre-hypertensie, wat betekent dat je een verhoogd risico hebt op het ontwikkelen van hoge bloeddruk in de toekomst. Een bloeddruk van 140/90 mmHg of hoger wordt beschouwd als hoge bloeddruk.

Wanneer spreken we van hypotensie?

Er is geen strikte, universele definitie van 'te lage bloeddruk'. Meestal wordt hypotensie gedefinieerd als een bloeddruk die lager is dan 90/60 mmHg. Echter, het is belangrijk om te onthouden dat een bloeddruk op zich niet het hele verhaal vertelt. Iemand kan een bloeddruk hebben van 90/60 mmHg zonder enige klachten te ervaren, terwijl een ander met een bloeddruk van 100/70 mmHg wel degelijk symptomen kan hebben.

De belangrijkste factor is of de lage bloeddruk symptomen veroorzaakt. Als je je goed voelt en geen klachten hebt, is er waarschijnlijk geen reden tot bezorgdheid, zelfs als je bloeddruk lager is dan 90/60 mmHg.

Symptomen van een lage bloeddruk

De symptomen van een lage bloeddruk kunnen variëren van mild tot ernstig. Enkele veelvoorkomende symptomen zijn:

• Duizeligheid of licht in het hoofd: Dit is vaak het eerste symptoom dat mensen opmerken. Het kan erger worden wanneer je snel opstaat vanuit een liggende of zittende positie (orthostatische hypotensie).
• Flauwvallen (syncope): In ernstige gevallen kan een lage bloeddruk leiden tot flauwvallen.
• Wazig zien: Een lage bloeddruk kan de bloedtoevoer naar de ogen verminderen, wat kan leiden tot wazig zien.
• Misselijkheid: Sommige mensen ervaren misselijkheid als gevolg van een lage bloeddruk.
• Vermoeidheid: Een lage bloeddruk kan leiden tot vermoeidheid en een gebrek aan energie.
• Concentratieproblemen: De verminderde bloedtoevoer naar de hersenen kan leiden tot concentratieproblemen.
• Koude, klamme huid: In sommige gevallen kan een lage bloeddruk leiden tot een koude, klamme huid.
• Snelle, oppervlakkige ademhaling: Dit kan optreden als het lichaam probeert te compenseren voor de lage bloeddruk.

Orthostatische hypotensie

Orthostatische hypotensie, ook wel posturale hypotensie genoemd, is een plotselinge daling van de bloeddruk die optreedt wanneer je opstaat vanuit een liggende of zittende positie. Dit komt doordat de zwaartekracht ervoor zorgt dat het bloed naar je benen zakt, waardoor de bloeddruk daalt. Normaal gesproken reageert het lichaam snel door de hartslag te verhogen en de bloedvaten te vernauwen, waardoor de bloeddruk weer stijgt. Bij mensen met orthostatische hypotensie werkt dit mechanisme niet goed genoeg.

Orthostatische hypotensie is vooral gebruikelijk bij ouderen, mensen met bepaalde medische aandoeningen (zoals diabetes en de ziekte van Parkinson), en mensen die bepaalde medicijnen gebruiken (zoals diuretica en antidepressiva).

Oorzaken van een lage bloeddruk

Er zijn veel verschillende oorzaken van een lage bloeddruk. Sommige oorzaken zijn relatief onschuldig, terwijl andere ernstiger zijn.

• Dehydratie: Uitdroging, bijvoorbeeld door onvoldoende drinken, braken of diarree, kan leiden tot een afname van het bloedvolume en dus tot een lage bloeddruk.
• Hartproblemen: Bepaalde hartproblemen, zoals hartfalen, hartklepafwijkingen en een trage hartslag (bradycardie), kunnen leiden tot een lage bloeddruk.
• Endocriene problemen: Aandoeningen van de endocriene klieren, zoals hypothyreoïdie (een trage schildklier), hyperthyreoïdie (een te snel werkende schildklier), bijnierschorsinsufficiëntie (de ziekte van Addison) en diabetes, kunnen de bloeddruk beïnvloeden.
• Neurologische aandoeningen: Bepaalde neurologische aandoeningen, zoals de ziekte van Parkinson, kunnen de bloeddrukregulatie beïnvloeden.
• Medicijnen: Veel medicijnen kunnen een lage bloeddruk veroorzaken als bijwerking, waaronder diuretica (plaspillen), bètablokkers, ACE-remmers, nitraten, antidepressiva en bepaalde pijnstillers.
• Zwangerschap: Tijdens de zwangerschap daalt de bloeddruk vaak, vooral in de eerste twee trimesters. Dit is meestal normaal en verdwijnt na de bevalling.
• Bloedverlies: Bloedverlies, bijvoorbeeld door een ongeluk, een operatie of een interne bloeding, kan leiden tot een lage bloeddruk.
• Sepsis: Sepsis is een ernstige infectie die kan leiden tot een levensbedreigende daling van de bloeddruk (septische shock).
• Allergische reactie (anafylaxie): Een ernstige allergische reactie kan leiden tot een plotselinge daling van de bloeddruk.
• Voedingstekorten: Een tekort aan vitamine B12, foliumzuur of ijzer kan leiden tot een lage bloeddruk.

Wanneer moet je een arts raadplegen?

Het is belangrijk om een arts te raadplegen als je regelmatig symptomen ervaart van een lage bloeddruk, zoals duizeligheid, flauwvallen, wazig zien, vermoeidheid of concentratieproblemen. Het is vooral belangrijk om een arts te raadplegen als:

• Je plotseling een lage bloeddruk krijgt.
• Je een lage bloeddruk hebt en andere ernstige symptomen ervaart, zoals pijn op de borst, kortademigheid, of verwardheid.
• Je een lage bloeddruk hebt en zwanger bent.
• Je een lage bloeddruk hebt en andere medische aandoeningen hebt, zoals hartproblemen, diabetes of neurologische aandoeningen.
• Je medicijnen gebruikt die een lage bloeddruk kunnen veroorzaken.

De arts zal je bloeddruk meten en je vragen stellen over je medische geschiedenis en je symptomen. Hij of zij kan ook aanvullende onderzoeken uitvoeren, zoals een bloedonderzoek, een urineonderzoek, een ECG (elektrocardiogram) of een tilt-table test, om de oorzaak van je lage bloeddruk te achterhalen.

Wat kun je zelf doen?

In veel gevallen kun je zelf maatregelen nemen om de symptomen van een lage bloeddruk te verlichten. Hier zijn enkele tips:

• Drink voldoende vocht: Probeer minstens 2-3 liter water per dag te drinken.
• Eet zout: Zout helpt om het bloedvolume te verhogen. Overleg met je arts hoeveel zout je veilig kunt consumeren.
• Sta langzaam op: Vermijd snelle bewegingen, vooral bij het opstaan vanuit een liggende of zittende positie.
• Draag steunkousen: Steunkousen kunnen helpen om het bloed in je benen te houden en de bloeddruk te verhogen.
• Eet kleine, frequente maaltijden: Grote maaltijden kunnen leiden tot een daling van de bloeddruk.
• Vermijd alcohol: Alcohol kan de bloeddruk verlagen.
• Beweeg regelmatig: Regelmatige lichaamsbeweging kan helpen om de bloeddruk te reguleren.
• Vermijd langdurig staan: Als je lang moet staan, beweeg dan regelmatig je benen om de bloedcirculatie te bevorderen.

Belangrijk: Raadpleeg altijd je arts voordat je veranderingen aanbrengt in je dieet of medicatie. Sommige van deze tips zijn niet geschikt voor iedereen.

Conclusie

Een lage bloeddruk is niet altijd een probleem, maar het is belangrijk om op de hoogte te zijn van de symptomen en de mogelijke oorzaken. Wanneer je symptomen ervaart die je hinderen in je dagelijks leven, is het raadzaam om een arts te raadplegen. Een tijdige diagnose en behandeling kunnen helpen om de symptomen te verlichten en eventuele onderliggende problemen aan te pakken. Luister naar je lichaam en neem contact op met een professional als je je zorgen maakt over je bloeddruk.